Een goed lichtplan is belangrijk wanneer je het interieur van je huis ontwerpt. Zo zorg je ervoor dat je in iedere ruimte voldoende verlichting hebt. In de ene ruimte is een grote plafondlamp voldoende, terwijl andere ruimtes om meer opties qua verlichting vragen. Met onderstaande tips maak je een lichtplan voor je woning.

Waar heb je natuurlijk licht?

Als eerste bepaal je waar je natuurlijk licht hebt en waar niet. In ruimtes waar geen of weinig natuurlijk licht is, heb je zowel overdag als ’s avonds verlichting nodig en wil je het liefste verlichting die op daglicht lijkt. In andere ruimtes, waar overdag voldoende natuurlijk licht is, heb je misschien alleen sfeerverlichting nodig.

Directe of indirecte verlichting

Bepaal of je op een bepaalde plek direct of indirect licht nodig hebt. De stoel waar je op leest of het bureau waar aan je werkt zijn plekken voor direct licht. Op de bank zit je bijvoorbeeld liever niet onder de felle verlichting en is indirect licht beter. Zo bepaal je de plekken waar verlichting moet komen.

Aansluitingen

Niet geheel onbelangrijk in de planning zijn de aansluitingen in je huis. Houd er rekening mee waar je stopcontacten hebt voor verlichting en waar in het plafond al aansluitingen voor verlichting zijn. Eventueel kun je dit aan laten passen, maar het is makkelijker en goedkoper om te werken met bestaande aansluitingen.

Lampen uitkiezen

Kies voor de verschillende plekken die je in je lichtplan hebt bepaald de juiste lampen. Deze lampen dienen te passen bij je interieur en bij het type verlichting. Een tafellampje is ideale sfeerverlichting, terwijl een hanglamp met meerdere pitjes goed staat boven de eettafel.

Kleur en lichtsterkte

De kleur licht en de lichtsterkte zijn belangrijke factoren bij het kiezen van de lamp die je in de verlichting draait. Wit licht lijkt meer op daglicht en is ideaal om in te werken. Warmere kleuren zijn ideaal voor sfeerverlichting. Overweeg veelzijdige verlichting die gedimd kan worden voor bepaalde ruimtes.